Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten, maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: Jan van Hese, priester in de revolutiejaren.
Eigentijdse kronieken over een welbepaalde periode zijn steeds interessant. Zo schreef priester Jan van Hese een Journal historique over de periode 1792-1802 waarvan slechts een gedeelte werd gepubliceerd. Maar wie was die priester waaraan Andries Van den Abeele ooit een artikel wijdde in het tijdschrift Biekorf?
Belast met schulden
Johannes Franciscus Andreas van Hese werd geboren op 30 november 1757. Gemakshalve (?!) kreeg hij dezelfde voornamen als zijn vader zilversmid Johannes Franciscus. Zijn moeder was Laurentia De Wulf en het gezin was zeker niet onbemiddeld. Ze woonden in een huis in de Steenstraat, dat eigendom was van vader Jan, en moeder Laurentia bezat verschillende eigendommen, waaronder hoeven en gronden, in Oostkamp. Moeder Laurentia overleed al in 1762 op 26-jarige leeftijd. Na haar overlijden ging de zaak van vader Jan failliet en hij vluchtte belast met schulden naar een onbekende bestemming.
Later bleek dat Arras te zijn waar hij op 54-jarige leeftijd met schulden overleed. Zoon Jan en zijn broer werden na het overlijden van Laurentia door een tante opgevangen. Op 17-jarige leeftijd startte Jan zijn priesteropleiding aan het Brugse seminarie en vervolledigde zijn studies in Leuven. Op 10 maart 1781 werd hij tot priester gewijd en op 15 maart droeg hij zijn eremis op. Naar aanleiding ervan werd een tafellied gepubliceerd. Wat hij de drie volgende jaren deed, is niet bekend. Zeker is dat hij pas in juni 1784 tot onderpastoor in Pittem werd benoemd.
Jan kwam geregeld in aanvaring met zijn hiërarchische overheid. Uit bisschoppelijke akten blijkt dat hij conversationes met het andere geslacht had, zeg maar geslachtsbetrekkingen. Om die reden werd hij in 1789 ontzet uit zijn priesterambt. Dat belette hem niet om in 1797 als priester de republikeinse eed af te leggen en aalmoezenier van de gevangenen en ter dood veroordeelden te worden. Jan van Hese overleed in 1802 als gevolg van een besmettelijke ziekte.
Naar aanleiding van de eremis van Jan van Hese werd een tafellied gepubliceerd. (gf)
Marie Bauwens
Jan woonde in de Loppemstraat-Oude Burg. Bij hem woonde Marie Bauwens in, die in het bevolkingsregister eerst zonder beroep en later als dienstmeid werd vermeld. Daarnaast was er nog een niet bij naam genoemd minderjarig kind, dat ten laste van de priester was. Mogelijk was er tussen Van Hese en Bauwens dus meer aan de hand, temeer omdat Marie Bauwens van een veel te goede stand was om als dienstmeid te fungeren. Haar vader, chirurgijn Judocus Bauwens, was weliswaar vroegtijdig, maar niet onbemiddeld gestorven. (Chris Weymeis)
The post Bruggeling onder de loep: Jan van Hese, priester in de revolutiejaren is provided by KW.be.