Hartverscheurend zijn de brieven van Angèle Plouvier aan haar man Georges Lamour. Hij schreef haar voor het laatst op 22 april 1915, de dag van de eerste gasaanval die hem fataal werd aan het front in de Westhoek. Toch bleef Angèle hem schrijven, jarenlang, tegen beter weten in. “Hij verloor zijn leven, zij haar levensvreugde”, zegt kleinzoon Dominique (78).
“Mon cher amour, dit is dus de eerste 26 april die we apart van elkaar doorbrengen.” Angèle Plouvier schrijft naar haar man Georges Lamour op 26 april 1915, hun dertiende huwelijksverjaardag. Hij was 34, zij 20 toen ze huwden in Parijs. Na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog wordt Lamour in augustus 1914 als reservist gestuurd naar het Vlaamse front. Wanneer het nieuws Angèle bereikt van de eerste gasaanval op 22 april 1915 is ze ongeruster dan ooit. “Ik begon mijn dag met het bijwonen van de mis van 6 uur en het ontvangen van de communie”, schrijft Angèle naar haar man. “Ik was blij, want het leek mij dat ook jij aan het begin van deze dag aan mij dacht. Zeg me dat ik me niet vergist heb…”
Emotionele marteling
‘Retour à l’envoyeur, destinataire introuvable.’ De vrouw krijgt de brief teruggestuurd, ongeopend. De enveloppe is pas negen jaar geleden voor het eerst geopend door kleinzoon Dominique Vitale (78). “Ik krijg nog steeds tranen in de ogen bij het lezen van die brief waar ze een bloem bij stak”, vertelt hij. “Ze hadden mekaar niet meer gezien sinds het begin van de oorlog en schreven mekaar bijna dagelijks. Vanaf dat moment onderging mijn grootmoeder een lange periode van psychologische en emotionele marteling. Waarom antwoordt hij niet? Leeft hij nog? Is hij gevangengenomen? Jarenlang bleef ze hem schrijven.”
In de vooravond van 22 april 2025, exact 110 jaar na de dodelijke gasaanval, trok Dominique met de Vrienden van het In Flanders Fields Museum (IFFM) naar het platteland van het Ieperse dorp Boezinge, waar ooit de commandopost lag van z’n grootvader. Hij legde een krans, hield een minuut stilte en gaf een innige knuffel aan Piet Chielens. De oud-museumdirecteur voerde onderzoek naar z’n grootvader en noemt de brievencollectie die Dominique schenkt aan het museum “een ongelooflijk menselijk monument”.
Laatste brief in 1918
Dominique toont drie mappen met brieven. “De brieven van Angèle zijn aangrijpend. Ze beschrijven liefde en hoop, maar in de geest van een vrouw die zeer goed beseft dat er een erg kleine kans was dat ze haar man nog zou terugzien. Ze bleef herhalen: ‘zorg goed voor jezelf, laat weten als je iets nodig hebt, hier gaat alles goed, maak je geen zorgen’. Ze wou blijven denken dat hij in leven was. Haar laatste persoonlijke brief aan Georges is afgestempeld in 1918. Zolang er geen bewijs van zijn overlijden, wou ze haar relatie onderhouden met haar echtgenoot. Waar hij ook was. Dat was teder.”
(Lees verder onder de video)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op “Cookie-instellingen” te klikken.”
Niemand zag Georges sterven, z’n laatste woorden werden wel opgevangen in een telefoongesprek met een kolonel die dit neerschreef. “Maar Angèle heeft dat nooit geweten”, stelt Annick Vandenbilcke, wetenschappelijk medewerker van het IFFM. De weduwe hertrouwde nooit en overleed op 90-jarige leeftijd in 1972. “De brieven die ze stuurde naar Georges werden al die tijd bewaard door mijn nonkel Jean”, zegt Dominique.
Geen officiële kennisgeving
Op 2 oktober 1915 richtte Angèle zich tot de Franse legercommandant. “Het spijt me dat ik u stoor, maar zonder nieuws van mijn echtgenoot sinds 22 april laatstleden kom ik u vragen of u iets precies zou weten. Ik heb begrepen van verschillende bronnen dat hij zou zijn gevangengenomen, vandaag verneem ik zelfs dat hij gedood zou zijn in zijn commandopost. Toch heb ik geen enkele officiële kennisgeving gekregen. Ik kom beroep doen op uw welwillendheid, om mij uit de angst te halen en om me te zeggen of ik nog mag hopen hem terug te zien.”
“Na het vertrek van haar man stond Angèle helemaal alleen in de kleine kruidenierswinkel La Douce France, die ze samen hadden opgericht in 1914”, aldus Dominique. “Tegelijk ontfermde ze zich over hun kinderen Etienne (9), Jean (2) en Denise (7), mijn mama. Zij heeft nog herinneringen aan deze jaren. In het huis hing geen enkele foto van haar papa en op sommige avonden ging ze alleen slapen terwijl de kinderen alleen aten. Mijn grootmoeder bleef zich behelpen, moest heel harde momenten doorstaan en bleef haar amour schrijven.”
Tot in Duitsland
De brieven keerden telkens terug, ook de enveloppen die Angèle opstuurde tot in Duitsland, het land van de vijand. “Ik schrijf je dit briefje in zeer mistig weer, dat aanvoelt als een erg sombere tijd. Vooral omdat je mij had kunnen schrijven”, klinkt het op 9 november 1915 in een brief aan een Duits krijgsgevangenkamp. “Zeg me wel wat je nodig hebt, want je spullen moeten in slechte staat zijn. Maar ik wil vooral dat je je geen zorgen maakt. De gezondheid en de zaken zijn goed. Ik heb vertrouwen in jou om te weten dat je je zeer zacht laat verzorgen zodat je me weldra kan schrijven dat het goed met je gaat. Iedereen hier kust je bijzonder hartelijk. Je kleine vrouwtje Angèle.”
“Is de lente daar ook zo laat”, schrijft ze naar haar “cher Geo” op 2 mei 1918. “Ben je in goede gezondheid? Hier gaat het goed met iedereen. Ik stuur je zeer liefdevolle kussen.”
Huilen
“Toen ik deze brieven las en herlas, zelfs met een vergrootglas, moest ik steeds huilen”, bekent Dominique. “Wat een sterke vrouw was mijn klein oud gekromd grootmoedertje van amper dertig kilo. Wat heeft zij moedig doorgezet. Naast deze intieme, persoonlijke brieven schreef ze officiële brieven naar tal van instanties: verschillende legers, ambassades, officieren, strijdmakkers, het Rode Kruis, het Vaticaan… Où-est-il? Où-est-il? Où-est-il? Ze hield vol. Georges moest weten dat zijn vrouw hem niet vergeten was.”
“In 1920 verklaarde Frankrijk hem dood en een rechtbank oordeelde dat ze voortaan weduwe was”, vertelt Dominique. “Hij verloor zijn leven, zij haar levensvreugde. Ik heb mijn grootmoeder nooit horen praten over de verdwijning van haar echtgenoot. Alleen zeer zeldzame verwijzingen naar de sterke man die hij was voor haar. In m’n kindertijd werd het verhaal samengevat tot de weinige woorden Georges, Belgique, commandant, disparu. Mijn mama had nog mooie herinneringen aan Georges. Hoe hij zwom met haar dochter op z’n rug, de laatste kus op de ochtend van z’n vertrek naar de oorlog. Mijn moeder heeft mijn grootmoeder nog vergezeld naar de graven in de Westhoek, maar ze hebben niets gevonden.”
Onderzoek IFFM
Een onderzoek van het IFFM bracht meer duidelijkheid. Op de dag van de fatale gasaanval belde Lamour vanuit z’n commandopost naar z’n kolonel. “Lamour vertelt me, in ademloze, gebroken zinnen, dat zijn compagnies vreselijk te lijden hebben onder het verstikkende gas”, beschrijft de kolonel het gesprek in een dagboekverslag. “Veel mannen in de loopgraven zijn niet in staat zichzelf te verdedigen. Sommige van hen trekken zich terug. Lamour vraagt me wat hij moet doen. Ik antwoordde met de eerste zin die in me opkwam: ‘hou zo lang mogelijk vol om het verloren terrein terug te winnen met de versterkingen die ik jullie zal sturen’. Ik was nog niet klaar met dit laatste woord toen ik aan de telefoon een vreselijke verontruste stem hoorde zeggen: ‘het gas dringt mijn post binnen, ik stik’. Daarna een paar woorden die ik niet verstond, een geluid dat naar ik meen een krampachtige hik was… Daarna niets meer. Was de commandant gestikt in zijn ondergrondse hut? Was de draad doorgesneden door een granaatinslag? Ik moet zeggen dat ik ‘s nachts, op mijn hospitaalbed, in mijn koortsdromen vaak de laatste woorden van de arme bataljonscommandant heb gehoord.”
Shock
“Het was een kleine, maar emotionele shock toen ik hierover las in een krantenartikel dat m’n mama gaf. Niemand heeft Lamour zien sterven, maar men heeft het wel gehoord. Mijn grootvader trad plots buiten de kleine familiale kring. Hij bestond ook voor anderen: het was geschreven. In Vlaanderen wordt z’n naam enkel herinnerd in het IFFM.”
Tot op vandaag kreeg de soldaat geen graf. Lamour blijft vermist, maar de liefdevolle brieven van zijn Angèle gaan nooit verloren. De brieven die zij kreeg van haar Georges tot z’n verdwijning werden samen met haar begraven. Het was haar laatste wens. (TP)
The post Georges verdween na eerste gasaanval in WO I, maar Angèle bleef hem schrijven: “Hij verloor zijn leven, zij haar levensvreugde” is provided by KW.be.