Twaalf maanden geleden werd hij zesde in Luik-Bastenaken-Luik, maar zondag rijdt Mauri Vansevenant (25) La Doyenne in dienst van zijn kopman bij Soudal Quick-Step, Remco Evenepoel. “Ik ben geen ronderenner. Mijn toekomst ligt in de Ardennenkoersen.”
We zijn daags na de Amstel Gold Race wanneer we Mauri Vansevenant interviewen en vragen hoe hij zich voelt na een slopende klassieker van 256 kilometer waarin hij als 42ste finishte op 4’30” van winnaar Skjelmose. “Ik heb overal pijn”, grijnst de Torhoutenaar. “Alleen komt dat niet door de koers, maar door de val waarin Remco (Evenepoel, red.) en ik betrokken waren. Zwaar geschaafd was ik niet, wel van slag. Ik voel dat het lichaam nood heeft aan herstel.”
Het was jouw derde Amstel. Drie keer kwam je in beeld. Vorig jaar werd je zelfs vierde. Dit is een koers die jou ligt.
“Nochtans is het niet een van mijn favoriete wedstrijden. Te nerveus. Fysiek ligt de Amstel me wel, met al die korte hellingen kort na elkaar en weinig mogelijkheden tot herstel. Dat ligt me. Mijn overwinning in de Ronde van Luxemburg vorig seizoen (voor Mathieu van der Poel, red.) behaalde ik op min of meer hetzelfde parcours: 200 kilometer met korte, nijdige beklimmingen. Alleen was de Amstel dit jaar een enorm zware koers. De snelheid lag voortdurend hoog en na die val ben ik nooit meer echt in koers geraakt. Ik heb Remco kunnen terugbrengen. Dat was het belangrijkste. Maar het heeft bijna een uur geduurd vooraleer we opnieuw voorin zaten. Toen begon de finale en kon ik nog weinig doen.”
Ook in de Waalse Pijl, waar je in 2020 op een zucht van de zege strandde, en Luik-Bastenaken-Luik, waarin je vorig jaar zesde werd, toonde je je al. Welke van de Ardennenkoersen ligt jou het best?
“De Amstel qua parcours, maar op vlak van koersverloop zal het toch eerder Luik zijn. Dat is een heel zware wedstrijd waarin de vermoeidheid nog meer de doorslag geeft. Het gaat er ook minder nerveus aan toe. De aanloop naar La Redoute is wel een zenuwachtige bedoening, maar tegen dan zitten de meesten al door hun beste krachten heen.”
“De Amstel ligt me het best op vlak van parcours, maar qua koersverloop zal het toch Luik zijn”
Als belofte in 2019 won je de Giro della Valle d’Aosta en reed je in de Ronde van de Toekomst in de gele trui. Velen zagen een toekomst als ronderenner, maar nu lijk je eerder een specialist van het Ardennenwerk. Een correcte weergave?
(knikt) “Ik heb intussen ondervonden dat het rondewerk voor weinigen weggelegd is. Het is niet omdat je als belofte een rittenkoers van vijf dagen naar je hand kan zetten dat je dat ook als prof kan doen. Het niveau in de grote rondes ligt zó hoog. Het is specialistenwerk. Het heeft een tijdje geduurd vooraleer ik dat beseft heb. Mijn prestaties in de Amstel, Luik en Luxemburg in 2024 gaven de doorslag. Die korte, nijdige hellingen liggen me beter. In de Giro van 2022 pakte ik bijna de roze trui op de Etna, maar dat was in de eerste week. In de derde en laatste week komen de echte ronderenners erdoor en zit ik door mijn beste krachten heen. Ook tijdrijden is en blijft een moeilijke bevalling. Zelfs rittenkoersen van een week bevatten vaak een tijdrit, wat altijd in mijn nadeel speelt. Maar goed, er zijn nog voldoende andere wedstrijden.”

Hoe hard is profwielrennen veranderd sinds jouw profdebuut in 2020?
“Enorm hard. Sinds corona is het niveau in het profpeloton alleen maar toegenomen: in de hoogte én in de breedte. Je hebt de drie beste renners ter wereld en daaronder zit je met een subtop van 30 renners die allemaal hetzelfde niveau halen. Elke wedstrijd is het volle bak. Getreuzeld wordt er niet meer. Kijk naar de Amstel van vorig weekend. De voorbije jaren viel het nog eens stil in die koers, nu niet meer. Pogacar verkiest zo’n zware wedstrijd waardoor zijn ploeg er vanaf het begin de pees oplegt en iedereen op 100 kilometer van de finish al kapot zit. Ook beloften die overkomen, doen meteen mee op het hoogste niveau. Een allrounder, dat bestaat niet meer. Elke renner moet zijn eigen specialiteit vinden. Dat is al een hele kunst. Ik probeer dat in de Ardennenkoersen te vinden. Mijn toekomst ligt daar. Samen met het Baskenland en Romandië kan april een mooie periode voor mij zijn.”
Je liet al heel wat mooie dingen zien als prof. Waar ben je het meest trots op?
“De Amstel van 2024 heeft me een mentale boost gegeven, omdat ik me toen in de finale tussen de absolute wereldtop bevond. Toen zijn mijn ogen opengegaan en besefte ik: hier ben ik goed in. Ook mijn ritzege in Luxemburg was heel mooi, want dat was niet tegen Jantje en Mietje.”
“In de derde week van een grote ronde komen de echte ronderenners erdoor. Ik niet”
Wat ontbreekt er nog op jouw palmares?
“Een ritzege in een grote ronde staat hoog op mijn verlanglijstje en ligt binnen mijn mogelijkheden. Het zal wel in de Giro of Vuelta moeten gebeuren, denk ik. In de Tour ligt het niveau zo hoog en zijn de kansen veel te beperkt. Vorig jaar konden slechts drie renners vanuit de ontsnapping een etappe winnen. Ik ben daar realistisch in. Dit jaar rijd ik de Giro wel niet. Na Romandië trek ik op hoogtestage. In juni wacht de Ronde van Zwitserland, in augustus de Vuelta. Het WK in Rwanda? Daar ben ik tot op vandaag niet mee bezig geweest. De bondscoach hoorde ik ook nog niet. Ik weet niet wat ik ervan moet verwachten.”
Maar eerst wacht zondag Luik-Bastenaken-Luik. Vorig jaar mocht je er voor eigen rekening rijden. Dat zal er in deze editie niet inzitten, vermoed ik?
“Remco won deze koers al twee keer en heeft bewezen dat hij na zijn revalidatie meteen in orde is. We weten wat gedaan, maar de wedstrijd moet altijd eerst gereden worden. Het is en blijft een klassieker van 250 kilometer. Anticiperen? Dat is bijna onmogelijk door de lange, brede afdaling richting La Redoute. Onze tactiek moet nog besproken worden, maar waarschijnlijk zal ik Remco zolang mogelijk moeten bijstaan.”
Welke wedstrijd verwacht jij?
“Ik denk dat de koers op La Redoute zal beginnen. Of het ervoor al kan ontploffen? Dat acht ik weinig waarschijnlijk. En zelfs als dat gebeurt, zullen we proberen om net als in de Amstel de wedstrijd onder controle te houden. Niemand is onklopbaar, ook een ongelofelijk fenomeen als Pogacar niet. Plooien doet hij ooit wel eens.”
Tot slot: kan je al luiers verversen?
(proest het uit) “Neen, dat ga ik nog moeten leren (Vansevenants vriendin is zwanger, red.). Maar ik kijk ernaar uit. Ik heb een heel goeie vriendin die achter me staat en ben er gerust in dat dit ook allemaal in zijn plooi zal vallen.”
The post “Het heeft een tijdje geduurd, maar ik weet nu wat ik wél kan”: Mauri Vansevenant (25) rijdt zondag Luik-Bastenaken-Luik is provided by KW.be.