De Guldensporenstad kampt al jaren met leegstand. Volgens de meest recente cijfers uit 2023 zou 13% van de handelspanden leegstaan. Daarmee doet Kortrijk het niet goed, al is het cijfer gelijkaardig aan dat van pakweg Ieper en Waregem (beiden 11,5%). Streekgenoten Menen (19,8%) en Wervik (14,5%) scoren nog een pak slechter. De corona- en energiecrisis, e-commerce, problemen met het afbakenen van de winkelbuurt… Het zijn de standaardproblemen waar steden mee te maken krijgen. In het nieuwe bestuursakkoord zou er voldoende aandacht komen voor de leegstandsproblematiek.
Leegstand in Kortrijk. Het is niet nieuw en het is geen louter Kortrijks fenomeen. Toch valt het op als je door de winkelwandelbuurt slentert. Vele gebouwen staan er al even leeg. De Guldensporenstad heeft iets meer leegstand dan een gemiddelde Vlaamse provinciestad. Op 1 januari 2024 werd door de Interprovinciale werking Detailhandel vastgesteld dat 13% van het totale aantal handelszaken in de stad leeg staat. Het gemiddelde in het Vlaams Gewest lag dat jaar op 9,6%; het provinciaal gemiddelde bedroeg 9,8%. In een gemiddelde Vlaamse grote/regionale stad klokte men af op 10,8% leegstand.
Die cijfers waren voordien niet anders. Kortrijk is altijd al een uitschieter geweest op het vlak van leegstand. Aan het begin van de coronaepidemie in 2020 stonden 282 van de 2.152 handelspanden leeg, wat neerkomt op 13,1%. Een jaar later was dat 12,9%, nog een jaar later 12%. In de laatste twee jaar is de leegstandsgraad dus opnieuw wat gestegen, al blijft het wachten op de cijfers voor 2024, die verwacht worden in mei van dit jaar, om sluitende conclusies te trekken van die tendens.
algemeen probleem
“We hebben dan ook te maken gehad met de opkomst van e-commerce en de coronacrisis”, verklaart schepen van Middenstand Wouter Allijns (TBSK). Het zijn elementen die Kortrijk overstijgen. “De leegstand lijkt op het eerste gezicht niet echt verhoogd, we blijven rond hetzelfde cijfer hangen. Het is ook zo dat Kortrijk van oudsher pro capita meer handelspanden telt dan andere centrumsteden. Als er een overkill aan handelspanden is, dan is het ergens ook logisch dat er meer leegstand is.”

Allijns noemt de transitie van sommige handelspanden naar kantoorruimtes en woningen als een mogelijke evolutie. Een andere voordien genomen maatregel is het project Kortrijk Zaait. Daarbij kan een ondernemer een kantoor of handelspand aan uitzonderlijke voorwaarden huren. Er wordt immers een handelshuurovereenkomst van korte duur (minimaal zes maanden, maximaal 1 jaar, red.) afgesloten. Na dit jaar beslissen de ondernemer en de eigenaar of ze verder met elkaar in zee gaan.
D-Day op 4 juni
Pieter-Jan Mollie, voorzitter van Unizo Kortrijk, geeft aan dat hij ernaar uitkijkt om met het nieuwe Kortrijkse stadsbestuur samen te zitten. Op 4 juni staat er een overleg gepland. “Dat zijn we goed aan het voorbereiden en we hopen eindelijk duidelijkheid te krijgen, want er is werk aan de winkel(s).” Leegstand is, samen met mobiliteit en toegankelijkheid en de exacte plannen rond stadsvernieuwing, een van de speerpunten van Unizo Kortrijk.
“De markt is veranderd, er zijn steeds minder kleine ondernemingen”
We gingen het even uitzoeken in het K-shoppingcenter. Meteen viel op dat bijna de volledige tweede verdieping leegstaat. Het lijkt Fien (14) en Elise (13), twee middelbare scholieren uit Deerlijk die van hun paasvakantie kwamen genieten in het Kortrijkse, niet te storen. “De leegstand was ons niet echt opgevallen, hoor. We komen hier graag voor de kledingwinkels, vooral de Zara.” Die troef lijkt de K alleszins te hebben.
Ketens
“De K is er in Kortrijk destijds gekomen omdat er te weinig oppervlakte aan handelspanden was”, kadert Dominique Desmeytere, manager van K in Kortrijk. “Ketens zoals H&M, Zara en Hema vonden zo hun plaats in Kortrijk. Het basisidee blijft dus overeind staan. De leegstand op de tweede verdieping is er altijd geweest. Eerst vond je er de Standaard Boekhandel en enkele horecagelegenheden. De boekhandel vertrok en kwam terug, maar niet op de tweede verdieping. Het is al van bij het begin een probleemverhaal geweest. Eigenlijk kadert dit binnen de problemen die veel steden hebben met het afbakenen van hun winkelgebied.”
“De markt is veranderd. Er zijn steeds minder kleine ondernemingen, maar dat is wel waar K in Kortrijk zich oorspronkelijk op richtte. Ik zie mogelijkheden in meer residenties en diensten in het shoppingcenter. Aan de kant van de Vlasmarkt wonen er al mensen, maar waarom niet op nog andere plekken? Meer kantoorruimtes moeten ook mogelijk zijn.”
Maatregelen
Schepen Allijns focust dan weer niet op de K, maar op de nabijgelegen straten. “Beleving in het centrum is ook belangrijk. Vooral de Doorniksestraat en Korte Steenstraat zijn ons wel echt een doorn in het oog.” Het nieuwe Kortrijkse stadsbestuur wil de problematiek aanpakken, maar meer kan er voorlopig nog niet over gezegd worden. “Vorig jaar hebben we de winkelwandelbuurt opgefrist, maar er blijven vele bedreigingen en we willen er alles aan doen om die tegen te gaan. Het coalitieakkoord moet nog worden omgevormd tot een bestuursakkoord. Leegstand zal zeker een van de elementen zijn, al kan ik nog niet zeggen aan welke maatregelen we precies denken. Er is niet één maatregel heiligmakend.”
Bloeiende Voorstraat
Wouter Allijns blijft weliswaar positief. “Er zijn ook buurten waar de leegstandsevolutie is omgevormd. Dan denk ik aan de Voorstraat. Die straat werd tien jaar geleden nog de stadskanker genoemd en nu bloeit het met zaken als Vagant, Mi Amor en de winkel van Hugo Boss. Jonge ondernemers kweken er een levendige buurt.” Parazaar, de ondernemingsdroom van Charlotte Vanfleteren (33) en haar partner Tomas Vanneste (38), is nog het meest exemplarisch.

Twaalf jaar geleden sprongen ze in het avontuur toen ze het pand overkochten van Tomas’ zus. “We kenden elkaar toen nog maar drie maanden”, lacht Charlotte. “”Je bent gek!”, zei Tomas. Maar toch deden we het.” Twaalf jaar later is het allemaal Parazaar wat de klok slaat in de omgeving. In 2023 kochten ze het pand aan de overkant van de straat. Daar bevindt zich nu een evenementenlocatie – Maison Parazaar – en het schoonheidssalon Kiki van zus Céline Vanfleteren. Sinds begin dit jaar nam het ondernemerskoppel ook de voormalige viswinkel Lanckman, gelegen naast restaurant Parazaar, erbij.
Die werd opgefrist en is vandaag een traiteur. “We hebben ook twee kindjes ondertussen. Het is veel werken, maar dit is wat ik wou doen. We hebben een goede levenskwaliteit. We kunnen ook rekenen op een mooi team van 11 vaste werknemers. Vandaag de dag doe ik de administratie en Tomas de boekhouding. Als het nodig is, springen we bij.”
“Ja, er is leegstand, maar wat ga je er aan doen?”, vraagt een dame in K ons ten slotte. Wel, misschien zijn dergelijke succesverhalen in ondernemersland, de nodige duwtjes in de rug van een stadsbestuur en een kritische belangenorganisatie wel de broodnodige ingrediënten voor het tegengif? Meer info volgt misschien op 4 juni. Het bestuursakkoord wordt verwacht in september.
The post “Er is nog werk aan de winkel”: Leegstand in Kortrijk is de laatste jaren gestegen is provided by KW.be.