West-Vlaanderen heeft vorig jaar voor het eerst weer meer vakantiegangers ontvangen dan vóór corona. 4.329.924 waren het er: 2 procent meer dan een jaar eerder. Minister Melissa Depraetere wil de komende jaren bovendien meer investeren in het West-Vlaams toerisme.
In 2019 – voor de pandemie – mocht onze provincie nog 4.269.697 toeristen verwelkomen. Die grens werd nu voor het eerst weer overschreden. Dat blijkt uit de voorlopige jaarcijfers van Toerisme Vlaanderen. Nieuws waar Vlaams minister van Toerisme Melissa Depraetere (Vooruit) zeer tevreden mee is. (lees verder onder de grafiek)
“West-Vlaanderen heeft heel wat moois te bieden. Van de ongerepte natuur in de Westhoek over de mooie kust tot de prachtige Brugse binnenstad. Daar scoren we mee, ook in het buitenland”, aldus Depraetere. Gelijk heeft ze, want bijna de helft – 42 procent – van onze bezoekers komt van buiten de landsgrenzen. Met ruim 12 miljoen overnachtingen blijven al die binnen- en buitenlandse toeristen gemiddeld 2,8 dagen in West-Vlaanderen hangen, dat is iets langer dan de doorsnee verblijfsduur in Vlaanderen.
Kust scoort
De kust blijft met liefst 2,2 miljoen vakantiegangers de belangrijkste West-Vlaamse trekpleister. Wel zijn onze badsteden vooral populair bij landgenoten, die 73 procent van het totale bezoekersaantal uitmaken. Nergens anders komen er verhoudingsgewijs zo weinig buitenlandse toeristen. Toch kan de kust volgens minister Depraetere nog altijd een imagoboost gebruiken. (lees verder onder de grafiek)
“De vele troeven van onze kust werden de voorbije jaren te weinig belicht in het Vlaamse toeristisch beleid. Niet iedereen kan zich een reis naar het buitenland veroorloven. Onze kust is niet alleen heel mooi en levendig, het is ook de ideale plek voor zeeklassen, jeugdkampen en iedereen die op zoek is naar een betaalbare vakantieplek dicht bij huis. Ik ben van plan maatregelen te nemen om onze regio’s weer op de kaart te zetten.”
Centen naar Antwerpen
Daarmee verwijst de minister naar toeristische subsidies. Depraetere zegt al langer dat West-Vlaanderen op dat vlak onderbedeeld is. Dat blijkt ook uit cijfers van Vlaams Parlementslid Simon Bekaert (Vooruit). Onder de vorige Vlaamse regering ging 18.340.815 euro aan subsidies naar West-Vlaanderen, 13 procent van het totaal. Bijna de helft van de toegekende subsidies ging naar Antwerpen. (lees verder onder de grafiek)
“En dat terwijl één op drie Vlaamse overnachtingen in West-Vlaanderen plaatsvindt”, aldus Bekaert. “Uit de cijfers blijkt dat er een enorme provinciale scheeftrekking was in de toeristische subsidies. Ik ben blij dat we met Melissa iemand hebben die West-Vlaanderen wél de erkenning geeft die de provincie verdient.”
Brugge niet op niveau
Niet enkel de kust mocht vorig jaar heel wat gasten ontvangen, ook de andere West-Vlaamse regio’s deden het goed. Brugge kreeg ruim een miljoen toeristen over de vloer, maar blijft daarmee wel als enige toeristische trekpleister onder het niveau van 2019 hangen. (lees verder onder de grafiek)
Het Brugs Ommeland daarentegen is aan een sterke groei bezig: in 2024 vertoefden daar 219.073 toeristen, liefst een derde meer dan vijf jaar geleden. Een half miljoen bezoekers trokken naar de Westhoek en nog eens 335.400 toeristen bezochten de Leiestreek.
The post Toeristen vinden weer de weg naar onze provincie, nu nog de centen is provided by KW.be.