Lars (12) en Lenz (11) Debruyne zijn volledig gebeten door de koersmicrobe en dat terwijl het net minder populair wordt bij de jonge generatie. Al drie jaar lang sjeezen ze de straten af voor trainingen en wedstrijden. Mama Evelyne kijkt met grote ogen. “Negen jaar geleden kroop Lars nog door het oog van de naald.”
De broers Lars en Lenz Debruyne uit Langemark zijn helemaal klaar voor het nieuwe wielerseizoen. Drie jaar geleden ontdekten ze de nieuwe hobby. Dit jaar fietsen de broers bij de aspiranten en miniemen van CT Luc Wallaeys Jonge Renners Roeselare. “Ik heb een tijdlang gevoetbald, maar ik vond het niet meer zo leuk. Het was precies te gemakkelijk, dus dan heb ik voor wielrennen gekozen”, vertelt de jongste broer Lenz.
Al snel volgde Lars in zijn wiel. Voor de ouders Dieter Debruyne en Evelyne Degraeve kwam de overschakeling als een hele verrassing. “Niemand in onze familie is heel intens bezig met koers, buiten er af en toe naar kijken. We weten niet waar ze die passie hebben opgepikt.”
Discipline
Lars en Lenz trainen 2 à 3 keer per week, meestal met de club. “Dan rijden we zo’n 40 tot zelfs 65 kilometer. En vanaf april doen we ook bijna iedere week mee aan wedstrijden.” Voor de ouders vraagt het wat werk om alles te plannen. “Gelukkig vallen de wedstrijden op zondag en kunnen we er bij zijn. We kijken ernaar uit om voor hen te supporteren. Van de verre wedstrijden proberen we een daguitstapje te maken.”
Volgens papa Dieter leren de kinderen veel over discipline bij de koers. “Ze weten dat er regels zijn en een protocol dat gevolgd moet worden. Alles moet in orde zijn, van hun outfit tot hun helm en fiets. Ze leren er ook hun materiaal te verzorgen. Ook zelfstandigheid is een belangrijk pluspunt. Bij de wielerploeg leren ze rijden met gps, zo mag Lars soms al een fietstochtje alleen doen op voorwaarde dat hij zijn locatie ook met ons deelt. Later zullen ze nog leren rijden met hartslag. Daarvoor is het nu nog iets te vroeg. Nu is het wielrennen nog wat speels. Je mag de kinderen geen druk op leggen. Maar we zien dat de vele wedstrijden en kampen hen volop motiveren.”
“Als de dokters Lars nu zouden zien, dan zou hun mond openvallen”
Lars en Lenz zijn dan ook hartstikke trots op hun prestaties en vele medailles. “Op kamp fietsen we iedere dag wedstrijdjes en dan kan je de gele en groene trui winnen, zoals bij de Tour. Zelf heb ik ook al een fotofinish meegemaakt, omdat ik heel goed kan sprinten”, vertelt Lenz trots.
Lars daarentegen is sterker in klimmen, net zoals zijn grote voorbeeld Jonas Vingegaard. “Afgelopen zomer hebben we de Alpe D’Huez op gefietst en was ik drie kwartier sneller boven dan mijn broer en papa. Ik vind het leuker om lang en hard te duwen op de pedalen. Hopelijk kan ik mijn studies later combineren met fietsen, want ik wil ooit meefietsen aan de Giro of misschien zelfs de Ronde van Frankrijk winnen.”
“Voor ons is het belangrijk dat ze vrienden maken”, vult mama Evelyne aan. “Sommige kinderen nemen het zo serieus. Maar wielrennen blijft een hobby, anders houden ze het niet vol. Het is fantastisch om te zien als ze elkaar na een wedstrijd vuistjes geven. Ik heb nog wat schrik voor valpartijen. Dat is al gebeurd, met gelukkig enkel gescheurde tenues als gevolg. Daarom kijk ik niet graag naar massaspurten. Maar Dieter en ik zijn allebei zo trots op hen.”
Ziekte van Lars
Dat Lars nu op een intensief niveau aan sport doet, had Evelyne nooit durven dromen. “Toen hij drie jaar oud was, werd er bij hem een zeldzame ziekte, ‘hemolytisch-uremisch syndroom’ (HUS), vastgesteld, waardoor zijn nieren niet meer functioneerden. Lars heeft toen acht weken lang op intensieve zorgen gelegen. Hij is door het oog van de naald gekropen. De jaren erop moest hij sterke medicatie nemen voor zijn nieren en een strikt dieet volgen.”
Op vandaag is Lars volledig gezond. “We zijn van ver teruggekeerd. Onlangs heeft hij groen licht gekregen van zijn dokter, Joke Ysenbaert uit AZ Delta. Op voorwaarde dat hij ieder jaar op controle gaat. Handig meegenomen, want vanuit Cycling Vlaanderen is een jaarlijkse controle bij de sportarts verplicht. Zijn nierfunctie raakte destijds wel beschadigd, dus we moeten het zeker in ons achterhoofd houden. Maar genoeg sporten en gezond leven helpt veel. Als de dokters van toen in het UZ Gent konden zien waar hij nu staat, zou hun mond openvallen. We zijn zo dankbaar dat Lars nog bij ons is”, besluit Evelyne.
The post “Ooit grote ronde rijden”: Broers Lars en Lenz zijn klaar voor nieuw wielerseizoen is provided by KW.be.