Journaliste Joanie De Rijke (60) pendelt deze dagen tussen Wevelgem, waar de liefde haar dropte, en oorlogsgebieden als Gaza, Syrië en Oekraïne. In haar jongste boek ‘De hel van Azovstal’ laat ze Oekraïense militairen en burgers aan het woord die wekenlang standhielden tegen 20.000 Russen in de schuilkelders van een staalfabriek. Binnenkort komt ze in de Wevelgemse bib spreken over haar ervaringen.
Joanie volgt de situatie in Oekraïne al sinds de Maidanrevolutie in februari 2014, waarbij de pro-Russische president Janoekovitsj vluchtte en de leiders van de opstand de macht overnamen. “Een historisch moment”, herinnert ze zich. “Ik kon er toen samen met andere journalisten een kijkje nemen in een van de verblijven van Janoekovitsj, waar we – zoals wel vaker het geval is bij leiders die het minder goed met de bevolking voorhebben – enorme rijkdommen aantroffen. Tenenkrullend vond ik dat. Er volgde een hallucinante periode, met de annexatie van de Krim door Rusland en de oorlog in de Donbas-regio. Maar dat Rusland ook echt Oekraïne zou binnenvallen begin 2022, hadden ook wij als journalisten niet verwacht. Samen met Italiaanse collega’s ben ik toen halsoverkop naar Kiev gereisd, waar een ongeziene colonne van Russen op weg was naar de hoofdstad. Het werd er echt wel spannend, want we wisten niet of we moesten blijven of toch beter konden vertrekken.”
“Als ik ergens een beetje weg van alle oorlogsgeweld kan zijn, dan is het wel in Wevelgem”
Maar de Russen trokken zich alsnog terug toen, en sindsdien reist Joanie verschillende keren per jaar naar Oekraïne. “Dat zijn lange en intense weken”, klinkt het. “Alleen al de reis erheen duurt algauw drie dagen. Vliegen kan alleen nog naar Polen of een van de andere buurlanden, van waaruit we dan in Oekraïne moeten proberen te geraken.”
Ervaar je dit conflict anders dan wat je eerder meemaakte in Syrië, Gaza of Afghanistan?
“Elke oorlog is anders, de een daarom niet minder intens dan de ander. Maar de veelbesproken spirit van de Oekraïense bevolking, die wás er ook echt wel van bij het begin, en dat vind ik een heel boeiend aspect. Ik heb er de bevolking ook van nabij kunnen volgen. We zagen verschrikkelijke situaties: ouders die hun kinderen verloren, families die verscheurd worden… Menselijke drama’s. Maar ik zal blijven terugkeren, zo lang de oorlog duurt.”
Hoe confronterend zijn die ervaringen voor jou persoonlijk?
“Heel confronterend. Maar in tegenstelling tot de mensen daar, heb ik de luxe dat ik weer naar huis kan gaan. Ik kan letterlijk en figuurlijk afstand nemen van de oorlog. En er blijven verhalen aan me plakken, maar ik kan ze ook naast me neerleggen. En dat moet ook, om de job goed te doen. Voor mij helpt het dat de mensen die me hun verhaal vertellen veelal opgelucht zijn omdat ze het mógen vertellen, ook al is dat van korte duur. Dat maakt de job voor mij net iets zinvoller.”
Hoe gemakkelijk of niet keer je vanuit oorlogsmodus terug naar het leven hier?
“Ik heb toch altijd wel enkele dagen nodig, waarin ik zo weinig mogelijk mensen wil zien. Het heeft geen zin om hier in zak en as te zitten om een oorlog die zich in een ander land afspeelt, maar het blijft me ook bezighouden. Uiteindelijk moet die knop omgedraaid worden, en dat lukt me steeds beter. Want anders is het niet vol te houden.”
Jouw leven ‘hier’ is sinds een tijdje Wevelgem. Hoe komt een oorlogsjournaliste met Nederlandse roots daar terecht?
“Door de liefde natuurlijk! (lacht) Iedereen lijkt van een journalist die ook oorlogen verslaat te verwachten dat die in een of andere grote, eclectische stad woont. Maar voor mij werd het Wevelgem, waar mijn vriend voordien al woonde. We hebben er een fijn huis met een tuin, er wonen fijne mensen… Meer moet dat toch niet zijn? Als ik ergens een beetje weg van alle oorlogsgeweld kan zijn, dan is het wel in Wevelgem.”
Hoe kijk jij naar wat er in de wereld vandaag gebeurt?
“We leven in een heel vreemde tijd! Europa probeert meer op eigen benen te staan, wat me verstandig lijkt. Maar we moeten ons tegelijk ook niet bang laten maken. Ik denk niet dat Rusland in de nabije toekomst onze regio bedreigt, mocht het daar al de slagkracht voor hebben.”
Begrijp je dat sommigen ook bij ons bang zijn voor oorlog?
“Ja, dat begrijp ik, maar ik denk dat we meer op onze hoede moeten zijn voor een hybride-oorlog. Dat Europa zich weer wat minder afhankelijk en meer weerbaar opstelt, is goed. Want we zien dat het werkelijk alle kanten op kan gaan met een ongeleid projectiel als Trump aan de macht. Niemand weet waar dit op uitloopt, maar angst is nergens goed voor.”
Samen met Jasper Christiaens verzamelde je de getuigenissen van negen overlevenden van de belegering van industriestad Marioepol bij het begin van de oorlog, in het boek ‘De hel van Azovstal’. Wat wil je daarmee bereiken?
“Hetzelfde als wat ik met mijn journalistieke werk wil bereiken: de verhalen van wie het meemaakt zo breed mogelijk verspreiden. Marioepol is in geen tijd volledig kapotgeschoten, de bewoners schuilden onder verschrikkelijke omstandigheden in de kelders van de staalfabriek. Wat ik nadien hoorde, was zo hallucinant dat ik er meer mee wilde doen dan alleen reportages maken.”
Hoe zien de komende maanden er voor jou uit?
“Er wordt opnieuw gevochten in Syrië, misschien moet ik daar naartoe. Maar ik wil ook terug naar Oekraïne. En op de Westelijke Jordaanoever gaat het ook niet goed… Er is veel aan de hand. Het is onvoorspelbaar wat het wordt de komende tijd, daarmee moet ik kunnen leven. Maar ik doe dit graag, en ben nog niet van plan ermee op te houden. En ik schrijf ook wel over andere zaken dan over oorlog.”
Joanie De Rijke geeft op 3 april een lezing over Oekraïne en over haar boek ‘De hel van Azovstal’, vanaf 19.30 uur in de bib van Wevelgem. Info via wevelgem.be/bibxl.
The post Journaliste Joanie De Rijke (60) pendelt tussen Wevelgem en oorlogsgebied: “Ik blijf naar Oekraïne gaan, zolang de oorlog duurt” is provided by KW.be.