Dagelijks zijn pintje en vertellen over zijn leven, dat is wat de oudste man van ons land op vandaag doet. Hij maakte twee wereldoorlogen mee, maar Alfons Declerck uit Oostende mag zich sinds vrijdag – na het overlijden van Jos Kets uit Berlaar – wel de oudste man van België noemen, en daar is hij zelf best wel fier op. Maak kennis met de man die vastbesloten is om in mei zijn 108ste verjaardag te vieren.
Afgelopen vrijdag overleed Jos Kets uit Berlaar. Hij werd 107 jaar en 298 dagen. Maandag was Alfons er 107 en 266 dagen. Zijn verjaardag viert hij op 27 mei en als het van hem afhangt, dan zal dat ook gebeuren. Alfons is wat ze noemen een erg kranige man. Volgens zijn dochter Anita (80) zit het in de genen. “Zijn zus Juliette is 102 jaar geworden”, vertelt Anita. “Het kan dus haast niet anders.”
Graag in beweging
Alfons werd geboren als de jongste van acht kinderen: drie jongens en vijf meisjes. Hij is de enige die op vandaag nog in leven is. Alfons is altijd wat ze noemen een plantrekker geweest. Zijn vader Hippoliet was steenkapper van beroep, zijn moeder was huisvrouw. Op zesjarige leeftijd kreeg Alfons al een eerste zware klap te verwerken toen zijn moeder Hélène overleed. De eerste jaren van zijn leven groeide Alfons op in het café van zijn ouders, die werd na het overlijden van zijn moeder echter verkocht. Een echte intieme band was er echter niet met zijn vader. “Ik herinner me nog voor mijn moeder stierf, hoe we met tien aan tafel zaten: mijn zussen, broers, ikzelf uiteraard en mijn ouders. We woonden toen in de Romestraat en hielden er kippen”, herinnert Alfons zich nog levendig.
“Papa doucht nog zelf en zet zelfs zijn vuile was klaar. Onvoorstelbaar” – dochter Anita
Alfons liep school in het Koninklijk Atheneum in Oostende en volgde later avondschool technisch tekenen. De oudste man van ons land is oud-strijder en was ooit krijgsgevangene. “Maar daar vertelt hij niet graag over”, zegt Anita. Zelf was Alfons militair in Duitsland en werkte hij bij de administratieve diensten van Brugge. Hij was ook heel sportief. “Hij roeide, deed aan atletiek en voetbalde. Verder ging hij op latere leeftijd dagelijks zwemmen. Hij leerde zijn kleinkinderen allemaal zwemmen. Ook naar de voetbal gaan kijken was een gewoonte. Voor welke club hij supportert? Eerst voor AS Oostende en later voor de fusieclub KV Oostende.”
Alfons was geen caféganger, maar drinkt nu wel elke dag zijn pintje. “Hij doet dat nog niet zo lang eigenlijk”, weet zijn dochter. “Tot zijn 55ste rookte hij elke dag een pakje sigaretten. Papa werkte altijd heel graag in de tuin. Hij was altijd buiten. Tot enkele jaren geleden wandelde hij nog elke dag. Iedereen in de buurt kende mijn papa. Nu gaat dat niet meer zo goed, maar als hij kan, dan neemt hij zijn rollator om door de gang te wandelen. Papa is altijd een goede papa geweest. Van nature is hij een aangename mens. Hij weet nog heel veel uit zijn jeugdjaren. Eens hij aan het vertellen gaat, leg je hem nog maar moeilijk het zwijgen op. Papa heeft nooit met de auto gereden op privévlak. Voor zijn werk wel, hij legde immers zijn rijbewijs af in het leger. Maar als het kon, dan deed hij alles te voet of met de fiets. Die beweging is er altijd blijven inzitten.”
Zelfstandig
Alfons lag amper twee keer in het ziekenhuis gedurende die ruim 107 jaar. “Een keer om zijn amandelen uit te halen en een keer in de dagkliniek voor zijn prostaat. Dokters hebben wij voor hem amper nodig gehad. De dokters die over de vloer kwamen, waren voor mama. De laatste jaren van haar leven was ze erg ziek. Papa heeft al die jaren voor haar gezorgd. Eigenlijk is hij in 2003 naar woonzorgcentrum De Duinpieper verhuisd voor haar. Want had het aan hem gelegen, dan was hij minstens tot zijn 100ste verjaardag thuis blijven wonen. Papa kan immers nog heel veel, al begint het nu toch wel moeilijker te gaan. Hij doucht bijvoorbeeld nog zelf en zet zelfs zijn vuile was klaar. Onvoorstelbaar”, aldus dochter Anita.
Suzanne, de vrouw van Alfons overleed in 2004. Op vandaag heeft Alfons twee kinderen, vier kleinkinderen en acht achterkleinkinderen. Plots herinnert Alfons zich iets over James Ensor tijdens het gesprek. “We moesten ooit eens gaan zingen in het Kursaal en James Ensor kwam luisteren. Dus het moest goed zijn”, flapt Alfons er opeens uit. Logisch dat de man zich de kunstenaar herinnert. Toen James Ensor stierf, was Alfons immers al 22 jaar. “Oostende was leuk. We hadden het strand en de dijk en mochten voor weinig geld overal binnen. Dat is nu wel een beetje veranderd”, aldus de oudste man van ons land.
Als het van Alfons afhangt, dan zijn we er voor zijn 108ste verjaardag op 27 mei opnieuw bij. Of hij het zelf leuk vindt dat hij nu de oudste man van ons land is? “Ik ben daar wel fier op, ja. Ik heb een goed leven gehad en dat is het belangrijkste”, besluit Alfons trots.
The post Hij lag amper 2 keer in het ziekenhuis in zijn leven en overleefde twee wereldoorlogen: dit is Alfons (107), de oudste man van ons land is provided by KW.be.