Bea De Rouck is coördinator programmatie en publiekswerking bij ’t Leeshuus, een sociale ontmoetingsplaats in het centrum van de stad waar boeken centraal staan. “Wat mij enthousiast maakt voor ’t Leeshuus? Bezig kunnen zijn op het kruispunt tussen literatuur en zorg voor mensen met een kwetsbaarheid.”
Bea De Rouck is wat men noemt een ‘aangespoelde’. Ze werd in Aalst geboren, maar woont al het grootste deel van haar leven in Oostende. Een bewuste keuze: “Ik was nog maar vijf jaar toen ik al zei: als ik later groot ben, ga ik aan zee wonen. Mijn vader haatte de zee, maar mijn groottante woonde in Oostende en die gingen we ieder jaar bezoeken. Voor mij was dat de een hoogdag in het jaar. En nadat ik was afgestudeerd, vestigde ik me inderdaad in Oostende.”
Je kon hier ook meteen aan de slag?
“Ja. Ik studeerde in Gent voor psychiatrisch verpleegkundige en werkte mijn hele loopbaan in de geestelijke gezondheidszorg. Ik schreef ook veel artikels en interviews rond psychische problematieken. Zeven jaar terug ging ik met pensioen.”
Intussen is geestelijke gezondheidszorg actueler dan ooit. Kampen meer mensen met psychische problemen, of zoeken we sneller hulp?
“De beide, denk ik. Er is heel sterk ingezet op het doorbreken van het taboe. Vandaag is het geen schande meer om te zeggen dat je depressief bent. Vroeger waren er ook veel mensen die zich niet goed voelden, ik denk aan vrouwen met bijvoorbeeld acht kinderen en heel weinig zeggenschap in hun huwelijk. Zij ondergingen hun plicht, maar daar schuilde ook veel verborgen pijn. Anderzijds is de stress van het leven nu veel groter. Het tempo ligt hoog, er is de druk van de sociale media… Mensen hebben het moeilijker om zich te handhaven.”
Met ‘t Leeshuus blijf je je ook na je pensioen inzetten voor kwetsbare mensen.
“Oprichter Raf Bronselaer startte in 2014 eigenlijk met een kantoor voor zorgcoördinatie. Mensen konden er terecht voor hulp om langer thuis te kunnen blijven wonen. Dat ging over medische problemen, maar ook praktische zaken, zoals het zoeken van een loodgieter om een probleempje thuis op te lossen. Er was ook een boekenrek. Gaandeweg evolueerde dat tot een ontmoetingsplaats waar boeken centraal staan.”
Hoe brengen jullie die combinatie in de praktijk?
“Wij zien het woord als een bindmiddel tussen mensen uit alle lagen van de bevolking. We houden twee keer per maand een activiteit rond literatuur, er zijn leesgroepen en zomerse zondagen met een tweedehands boekenmarkt, een literair event en een muziekoptreden. We verkopen ook tweedehands boeken die mensen bij ons binnen brengen en werken mee aan evenementen als Theater aan Zee en het boekenfestival FAAR. Toch zijn boeken voor veel van onze bezoekers enkel het decor. Voor hen is het een laagdrempelige ontmoetingsplaats waar ze iets kunnen drinken en een babbeltje slaan.”
Mikken jullie op een ouder publiek?
“Het grootste deel van ons publiek is niet echt jong, nee. In het centrum wonen heel wat oudere mensen, velen die op latere leeftijd vanuit het binnenland hier zijn komen wonen. Maar als hun partner sterft, blijven ze alleen achter omdat de achterban – familie en vrienden – niet is meegekomen. Die mensen kunnen zonder schroom binnen stappen in ‘t Leeshuus en worden na een tijdje goede bekenden. Daarnaast komen bij ons ook toeristen over de vloer, en vooral in het weekend ook jonge gezinnen. Kinderen mogen bij een eerste bezoek altijd een gratis boekje kiezen.”
In welke zin verschilt jullie werking van de ontmoetingscentra of de hulpverlening?
“De bezoekers zijn bij ons gewoon klanten die iets komen drinken, geen patiënten. Er is geen klinische context. Zo is er iemand die bij ons komt poetsen, van wie ik uit mijn vroegere beroepsleven weet dat ze een psychiatrische achtergrond heeft. ‘Dit is de enige plaats waar ik geen patiënt ben’, zegt ze over ‘t Leeshuus. Bij ons kom je met wat je wel te bieden hebt.”
Hoe raakte jij zelf bij ‘t Leeshuus betrokken?
“Mijn zus was in Oostende komen wonen en had na een herseninfarct moeite om te praten. Ik zocht een activiteit voor haar waarbij ze weinig spraak nodig had. Zo vond ik ‘t Leeshuus: we konden samen de winkel en de bar openhouden en zij hoefde daarbij niet veel te spreken. Dat was negen jaar geleden, ik ben er dus bijna van bij het begin bij. Mijn zus is een mooi voorbeeld van onze doelgroep. Vandaag is ze geen vrijwilliger meer, maar wel nog een dagelijkse bezoeker.”
oe financieren jullie de werking?
“Met de verkoop van tweedehands boeken en de opbrengst van het café. Het zit er dikwijls héél goed vol. Voor bepaalde activiteiten krijgen we een projectsubsidie, maar die gaat dan ook naar het organiseren van die activiteit. Voormalig schepen Silke Beirens zorgde voor een kleine structurele subsidie voor ons uit het budget gelijke kansen. Maar onze werking is grotendeels zelfbedruipend en zo willen we het ook. Zo blijven we onafhankelijk. Wij draaien volledig op vrijwilligers, en dat zijn er een kleine 50.”
Jullie werkten ook een activiteit uit rond Gedichtendag op donderdag 30 januari.
“Op zes locaties komt een dichter voorlezen uit eigen werk. Dat zijn onder meer ‘t Kroegske bij Iwein, ‘t MaZ, het nieuwe ontmoetingshuis van het Masereelfonds, en uiteraard ‘t Leeshuus. Mensen moeten vooraf inschrijven en kunnen drie locaties kiezen. Die avond wandelen ze dan van de ene locatie naar de andere.”
Wat motiveert jou om je in te zetten voor ‘t Leeshuus?
“Dat ik bezig kan zijn op het kruispunt van literatuur en zorg voor mensen met kwetsbaarheid, twee dingen die mij al mijn hele leven boeien. We horen heel regelmatig van bezoekers dat ze zich vroeger eenzaam voelden, maar in ‘t Leeshuus een hele vriendenkring opbouwden. Zelfs als het moeilijke of bizarre mensen zijn. Wij hoeven niet betaald te worden en kunnen het ons permitteren om ook voor hen tijd te nemen en hen indien nodig een tweede kans te geven. Wij kennen hen in hun bizariteit en bij ons zijn ze welkom.”
Inschrijven voor de poëziewandeling op donderdag 30 januari kan via deze link.
Bio
Privé: geboren in Aalst, vestigde zich in 1975, nadat ze was afgestudeerd, in Oostende. Alleenstaand.
Opleiding en loopbaan: psychiatrisch verpleegkundige. Werkte in een psychiatrisch ziekenhuis in Brugge en later in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Noord-West-Vlaanderen in Oostende.
Vrije tijd: coördinator programmatie en publiekswerking in ’t Leeshuus, lezen, met de hond gaan wandelen.
The post Op de Mercator met Bea De Rouck van ‘t Leeshuus: “Woord als bindmiddel tussen mensen” is provided by KW.be.