De zusters van de Frezenberg vieren 400 jaar biddende aanwezigheid in Ieper. In het klooster in de Marshofstraat in Vlamertinge werd bovendien 100 jaar geleden een gemeenschap van zusters gesticht. Beide verjaardagen werden onlangs herdacht. De karmelietessen zijn een begrip in de ruime omgeving van de Westhoek.
Op 25 september 1623 kwamen 13 ordezusters vanuit het Franse Bourges in Ieper aan. Via enkele tijdelijke verblijfplaatsen – onder andere op de Grote Markt en in de Boterstraat – belandden ze in het voorjaar van 1624 in de heel wat stillere Mondstraat. Gedurende 160 jaar leidden de Ieperse karmelietessen op die plaats een stil en voor de stadsbewoners een bijna verborgen leven. Aan dat lange verblijf kwam in 1783 een abrupt einde. De Oostenrijkse keizer Jozef II schafte het klooster af en 21 zusters trokken definitief weg, waardoor Ieper tientallen jaren zonder karmelietessen bleef.
Vanuit het nabije Rijsel vestigde zich rond 1880 een achttal ordezusters in de Elverdingestraat. Heel even maar, want in het voorjaar van 1885 namen ze hun intrek in het oude refugehuis van de Nonnenbosch-zusters in de Sint-Jacobsstraat. In het begin van de Eerste Wereldoorlog werd het klooster echter in puin gelegd. De zusters vluchtten weg naar het Franse Fontenay-le Comte. De ruïnes van het klooster bleven verlaten achter.
Bij het uitbreken van de oorlog was het kasteel aan de Frezenberg als buitenverblijf in handen van senator Van den Peereboom. Tijdens de oorlog verbleven er verschillende Britse eenheden en rondom het kasteel werden loopgraven en bunkers opgetrokken, waarvan er nog een tweetal in de tuin bewaard zijn gebleven. Na de oorlog vroeg de Brugse bisschop aan de overste van de Karmel een nieuwe Karmel in Ieper te stichten. Zo kwam in 1924 het kasteel in handen van de zusters karmelietessen, die het na een kort verblijf in Bellegem ombouwden tot een klooster.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden de zusters de Duitsers ‘buitenhouden’, volgens hen dankzij hun intense gebed. Als dank werden twee nieuwe vleugels opgetrokken en werd de vernielde kapel in 1861 opgericht door de toenmalige eigenaar en burgemeester van Vlamertinge baron Dominique Van Zuylen, gerestaureerd.
Nog zes zusters
Op dit moment verblijven nog zes zusters in het klooster. Wij mochten op bezoek bij drie van hen. “De klemtoon in ons dagelijkse leven in een kleine gemeenschap ligt op stilte in de drukte van deze tijd en op gebed voor anderen. We willen zoveel mogelijk mensen de weg tonen naar bronnen die een verfrissende werking hebben in hun zoektocht naar de zin van het leven”, is de boodschap van zuster Rita, verantwoordelijke van de kloostergemeenschap.
“Dagelijks houden we vanaf 7 uur op regelmatige tijdstippen een zevental gebedssessies in ons gebedskoor, een stille ruimte nabij de kapel. In de voor- en namiddag doen we samen alle huishoudelijke taken. Na de middag voorzien we ook een uurtje rust en rond 20 uur, na ons laatste gemeenschappelijk gebed, trekt iedere zuster zich in stilte terug voor wat geestelijke lezing, rust op de kamer, soms correspondentie, of een of andere kleine taak. Tweemaal per dag hebben we ook ons recreatie-uurtje, een informatiemoment onder leiding van onze verantwoordelijke zuster Rita”, vertelt zuster Lieve.
De toekomst
De aanwezige zusters komen uit alle windstreken. “Zelf ben ik afkomstig uit Arnhem in Nederland”, vertelt zuster Gera-Maria. “Daarnaast hebben we ook nog zuster Rita uit Sint-Laureins, zuster Lieve uit de Brugse regio, zuster Clara uit Keiem, zuster Myriam uit Beieren in Duitsland en zuster Johanna-Maria uit Watou. Nieuwe intredes zijn er helaas niet meer. Ikzelf was de laatste in 2022. Ondertussen zijn we allemaal wat ouder geworden: we variëren van 77 tot 93 jaar. Door onze hogere leeftijd is het regime dan ook wat minder strikt geworden, dit uit respect en liefde voor onze minder mobiele medezusters. Het klooster verlaten gebeurt zelden of nooit: enkel bij medische problemen of publiek verplichte evenementen zoals verkiezingen of voor het ophalen van noodzakelijke levensmiddelen.”
“Wat de toekomst zal brengen, is nog een vraagteken”, vertelt eregouverneur Paul Breyne, die een bevriende relatie onderhoudt met de kloostergemeenschap. “Velen hopen dat het klooster een eigen bijdrage zal blijven hebben in de nood aan echte zingeving van de mensen van hier en nu. Voor de ouderen uit de streek blijft de kapel van de Frezenberg een bescheiden, maar sterk beschikbare plaats van gebed en bezinning.” (ML)
De kapel is dagelijks open van 7 tot 18 uur in de winter en tot 19 uur in de zomer.
The post De zusters van de Frezenberg vieren twee jubilea: “Toekomst is een vraagteken” is provided by KW.be.