Met nog zeven wedstrijden te spelen heeft KFC Meulebeke nog een kans om de degradatie te ontlopen. De roodbroeken staan laatste met slechts zeven punten en vijf gemaakte doelpunten en een achterstand van vijf punten op de voorlaatste in eerste provinciale. Mathematisch is de redding in de resterende zeven matchen nog mogelijk, maar die hoop is ver weg.
“De pech blijft duren”, zegt doelman Chesney Samyn na de 0-7-nederlaag tegen WS Lauwe. “Trainers komen en gaan en tot overmaat van ramp is onze huidige trainer Rik Bouckaert wegens ziekte uitgevallen. Onze keepertrainer nam zijn plaats in want er was geen T2 meer. Als je in de hoek zit waar de klappen vallen, mag je van alles verwachten. Of we ons gaan redden is de vraag en rond nieuwjaar had het bestuur al te kennen gegeven dat hun ogen gericht waren op tweede provinciale. De ambitie om het dit seizoen beter te doen was er, maar ze hadden die toen moeten bijstellen. Dat en de moeilijkheden met trainers weegt op de spelers, maar toch bleven we ons best doen en de sfeer op het veld is nog altijd goed. Ik denk dat we nu pech genoeg gehad hebben. Nederlaag na nederlaag, het is om moedeloos van te worden.”
Zware cijfers
“Die nederlaag tegen Lauwe kon nog erger geweest zijn op een moeilijk te bespelen veld. De modder was zowat de twaalfde speler van KFCM, want een drietal bijna gemaakte tegendoelpunten bleven steken in de blubber. Gezien de toestand van het veld, mocht die wedstrijd wel uitgesteld worden. De nederlaag is niet alleen daaraan te wijten en onze (keeper)trainer doet het ook heel goed langs de lijn. De oorzaak ligt op een ander vlak. De volgende wedstrijd is op verplaatsing en ik zal daar hoogstwaarschijnlijk niet bij zijn, want ik moet mij door een blessure laten vervangen. Daar weet ik na de scan meer over. Wat ik wel weet, is dat ik volgend seizoen terugkeer naar Lendelede”, besluit Chesny Samyn.
Zaterdag 9 maart om 19 uur: KSK Oostnieuwkerke – KFC Meulebeke.
The post KFC Meulebeke legt zich neer bij degradatie: “De pech blijft duren” is provided by KW.be.
