Het zal je maar overkomen: je woont in een land ver van je ouders en als je vader een zware operatie moet ondergaan, wil je hem bezoeken en een tijdje bij de familie blijven. De familie verwelkomt je hartelijk maar dan breekt er oorlog uit, kan je niet naar huis en zit je middenin het gevaar. Het overkwam Monis Kaware uit Diksmuide.
De 38-jarige vader van vier kinderen, gehuwd met Gamlat Kaware woont al een tiental jaar in Diksmuide, ook twee van zijn broers wonen met hun gezin in Diksmuide. “Ik vertrok op 1 juli om mijn ouders en familie te bezoeken en vooral omdat mijn vader een grote operatie had gehad. Toe ik daar aankwam, was er nog geen oorlog, alles was oké, niets te zien of te horen, het leven kabbelde gewoon rustig verder”, vertelt Monis die nog altijd aangeslagen is van wat hij zag en meemaakte.
“En dan barstte de oorlog plots in volle hevigheid los. Elektriciteit en water afgesloten, geen internet, alles afgesloten. Dat was nog niet eens het ergste, erger waren de bommen die letterlijk om je oren vlogen. Wat ik daar zag gebeuren, staat op mijn netvlies gebrand. Huizen vielen als kaartenhuisjes in puin, overal was er gevaar, mensen schreeuwden, zochten naar nog iets uit hun huis, zochten familie,… In Gaza geven de kranen geen water maar spuien ze het bloed van de vele slachtoffers, de grond is doordrenkt met bloed, zo gewelddadig gaat het er aan toe.”
Huis in puin
Ook de familie Kaware werd niet gespaard. “Op een nacht werd de wijk waar mijn ouders wonen gebombardeerd en in enkele seconden was hun huis tot puin herschapen. Daar stonden ze dan, een man pas uit het ziekenhuis en een vrouw die aan diabetes lijdt, zonder dak boven hun hoofd, zonder bed, zonder ook maar iets. Samen met mijn ouders kon ik schuilen in een schoolgebouw. Omdat er geen leidingwater meer was, begonnen mensen water te dreggen van de grond, waardoor heel wat kinderen ziek zijn geworden. Ook de voedselaanvoer viel stil en wat er nog te krijgen is , is enorm duur. Zo kost 100 gram zout 25 euro, gist om brood te bakken kost gemakkelijk 35 euro voor 20 gram. De mensen hebben het erg moeilijk, er is niet genoeg voor iedereen.”
Land ondergronds
Door de verschrikkingen die Monis meemaakte heeft hij therapie nodig, zijn gezicht wil vriendelijk lachen maar zijn ogen lachen niet mee. “Gaza heeft twee landen: één boven de grond waar oorlog heerst en alles kapot is, waar vrijwel meer doden dan levenden te vinden zijn en één onder de grond: tunnels, kilometers lang waarvan Hamas gebruik maakt. Israël weet van het bestaan van die tunnels want alle materialen waarmee de tunnels gegraven werden, ijzer, cement en dergelijke, komen uit Israël. Ze wisten dus maar al te goed wat er zat aan te komen”, beweert Monis.
“Terwijl Hamas alsmaar sterker wordt, lijden de bewoners van Gaza. Alle geld van Hamas komt van Israël. Hadden zij in 2007 (tijdens de Palestijnse burgeroorlog, red.) de geldkraan toegedraaid, dan was er nu geen bloedbad, met heel wat vrouwen en kinderen die gedood worden”, treurt Monis. “De grenzen waren dicht en ik kon niet naar huis. Mijn broer Waheed belde met de ambassade in Israël maar die konden niet helpen en gaven hem de raad al mijn gegevens door te geven en beloofden hun best te doen om mij naar huis te krijgen.”
Ook Gamlat en de kinderen zaten net als de familie in België verstijfd van schrik, hopend dat Monis toch nog weer thuis zou geraken. “Toen mijn broer me belde, hoorde ik constant de bommen vallen, hoorde ik mensen roepen terwijl ze huilend een schuilplek zochten. Het was voor mij heel hartverscheurend”, vertelt Waheed. “Ik begreep dat het nergens meer veilig was en hoopte iets te kunnen doen voor mijn broer.”
Ondertussen waren de bombardementen ook waar Monis was volop hun vernietigende gang aan het gaan. “Eerst werd de moskee gebombardeerd en vernietigd, daarna volgden het ziekenhuis, de school en heel wat huizen in de omgeving zoals ook het huis van mijn ouders. We zijn dan samen gevlucht naar een school op een paar kilometer van het ouderlijk huis. Daar was het behelpen, we hadden geen badkamer, zelfs geen matras om op te slapen, enkel muren en een vloer. Ook hier was het niet echt veilig maar we hielden vol. Wat restte van het huis van mijn ouders en van heel wat buren was een hoop puin, een storthoop van wanhoop, totale vernietiging. Mijn moeder bleef moedig: ‘Stenen kan men vervangen maar een mensenleven is onvervangbaar, wees blij dat we nog leven.’”
Na heel wat geharrewar kon Monis uiteindelijk, door de inspanningen van zijn broer en de Belgische ambassade terug naar huis komen. “Maar daar wachtte mij een andere opdoffer”, zucht Monis. “Ik werkte vooraf in de VBS in Diksmuide maar toen ik thuis kwam, had ik geen werk meer, zomaar. Dat bovenop alle oorlogsellende is heel erg.”
Contract ten einde
We gingen uitleg vragen aan de directie van de vrije basisschool en die reageerde als volgt: “Monis werkte hier met een contract dat afliep op 1 juli en er was op geen enkel ogenblik sprake dat er automatisch een vervolg zou komen. We hebben heel vaak met Monis gebeld toen hij in Gaza was, hebben zijn vrouw en kinderen bezocht toen ook zijn broer daar was. We waren en zijn heel erg met hem begaan, maar het contract was ten einde.”
Een thuiskomt in mineur dus, maar toch is Monis ontzettend blij dat hij terug bij zijn gezin is al vreest hij wel nog voor zijn ouders en familie die tussen het oorlogsgeweld moeten proberen te overleven.
The post Monis Kaware uit Diksmuide zat vast in Gaza bij familiebezoek: “Hartverscheurende situatie” is provided by KW.be.